Proeftuin Robotica maakt verbinding tussen de technologie en de praktijk

Met subsidie van OP Oost ontwikkelde zorgorganisatie Siza samen met Academy Het Dorp een proeftuin waar het mkb alle ontwikkelingsfases van robots kan testen.
Personen met robot Tessa

Goede zorg voor de toekomst

Robots zijn noodzakelijk om in de toekomst goede zorg te kunnen leveren. Dat lukt alleen als de technologie aansluit op de wensen van gebruikers. Regelmatig testen is daarom een must. 

“We hebben meegemaakt dat ontwikkelaars hun zorgrobot kwamen presenteren, maar zich niet hadden afgevraagd of die wel een oplossing was voor een probleem in de zorg. Om die aansluiting tussen de technologie en de praktijk wel te maken, zetten Siza en Academy Het Dorp de proeftuin op. Hier kunnen ontwikkelaars hun robots veilig en gecontroleerd testen bij eindgebruikers, zoals onze cliënten en begeleiders. Die informatie helpt om robots sneller naar de markt te brengen en succesvol in te voeren bij zorgorganisaties.” Aldus Agnes van der Poel, projectleider van de Proeftuin Robotica. De proeftuin vond zijn oorsprong bij Siza, een Gelderse organisatie die zorg en ondersteuning biedt aan 3500 mensen met een beperking, niet-aangeboren hersenletsel of autisme.

Tessa, Pepper en Gable

De proeftuin startte met drie robots die in verschillende fases van hun ontwikkeling zaten. MijnRobots wilde helder krijgen voor welke hulpvragen hun robot Pepper inzetbaar is. Gable Systems wilde informatie ophalen voor een bedieningsapp voor hun robot. 
Tessa wordt al gebruikt voor mensen met dementie, maar ontwikkelaar Tinybots wilde de robot eveneens geschikt maken voor de gehandicaptenzorg. Eigenaar Wang Long Li: “Het unieke van de proeftuin is dat je met alle belanghebbenden kritisch naar je product kunt kijken. Dat zijn niet alleen cliënten en begeleiders, maar ook het management, de afdelingen techniek en logistiek en zorgverzekeraars. Door die verschillende belangen mee te nemen, sluit je product beter aan op de wensen van de praktijk.”

Opgedane kennis

De proeftuin maakte duidelijk dat elke robot een andere aanpak vroeg. 

Agnes van der Poel

Van der Poel: “We hebben daarom een ‘testmenu’ ontwikkeld. Daarmee kun je afhankelijk van de ontwikkelingsfase van de robot een geschikte aanpak samenstellen en de juiste vragen aan de eindgebruikers stellen.”

Naast de ontwikkeling testte de proeftuin ook de duurzame invoering van zorgrobots. Van der Poel: “Daaruit blijkt dat elke zorgorganisatie speciale medewerkers nodig heeft die de link leggen tussen de gebruikers en de technologie. Deze ‘product-owners’ halen de informatie over problemen of gewenste nieuwe functies op en geven deze door aan de ontwikkelaars. Vaak krijgen de begeleiders deze taak. De meesten zijn daarvoor onvoldoende onderlegd en vinden hem bovendien niet altijd leuk.”

Tinybots leerde dat een juiste volgorde essentieel is voor een duurzame invoering. Wang Long Li: “Voordat je gaat testen, moet duidelijk zijn of een robot na het testtraject beschikbaar blijft. Begeleiders wilden mensen niet aan Tessa laten hechten om haar vervolgens weer ‘af te pakken’. Voortaan gaan we vóór het testen in gesprek met het hoger management en de zorgverzekeraar om de financiering veilig te stellen.”

Doorgaan

Tijdens het proeftuinproject brak de pandemie uit. Dat was soms lastig, erkent Van der Poel, maar geen reden om te stoppen. “Dat we gewoon doorgingen, geeft aan hoe belangrijk we robots inmiddels vinden. Vijf jaar geleden waren zorgmedewerkers bezorgd om hun baan: nu zien ze robots als een verrijking.”